Begraafinschrijvingen (DTB registers) |
|
---|---|
Beschrijving | De index op de gegevens van DTB registers, begraafinschrijvingen is overgenomen van een oudere papieren index waarin geen verwijzing naar exacte registernummers was opgenomen (de zogenaamde Leidse Blokjes). Waar mogelijk zijn de records voorzien van een Archiefnummer en een inventarisnummer. Waar dit niet mogelijk was, hebben de records het nummer 9999_volgnummer. De data worden gepubliceerd via de pagina "Stamboom" en de website WieWasWie. Een uitgebreide beschrijving van de inhoud van de dataset staat in de Informatie Doop- trouw- begraafregisters. |
Aanvulling/verbeteringen |
Het stadsarchief onderhoudt de dataset. Correcties worden om de drie weken toegevoegd. |
Gebruikte standaard | A2A (Archives 2 All) |
Achtergrond van de bron |
Bijna alle doden werden begraven in publieke kerken of kerkhoven. De gebouwen van de publieke kerk en de gronden waren eigendom van de stad. De kerkmeesters, een stedelijk college, waren daarvoor verantwoordelijk. Zij hielden een centrale administratie bij. Begraven mocht alleen in de gebouwen van de Nederlands Gereformeerde Kerk, en de Waalse en de Schotse Kerk, en daarnaast op een aantal kerkhoven, ongeacht de religie van de dode. Alleen Joden hadden eigen kerkhoven. Helaas zijn van de Joodse begraafplaatsen in Rotterdam nauwelijks oude registers bewaard gebleven. Begraafregisters zijn opgemaakt om verantwoording af te leggen van het geld dat voor het uitvoeren van de begrafenis ontvangen was. Bij de invoering van de Burgerlijke Stand in 1811 moesten alle kerken hun begraafboeken inleveren bij de gemeente, zodat ze als hulpmiddel konden dienen bij het opmaken van de akten. |
Beheerder | Gemeente Rotterdam, Stadsarchief |
Versiebeheer | versie 1 |
Datum aanmaak versie | 31-7-2017 |
Bestandstype/datatype | xml |
Character encoding | ISO-8859-15 |
Licentie | Creative commons 0 |