Ivo Willem Opstelten (31 januari 1944) studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden en hij specialiseerde zich in staats- en publiekrecht. Eind 1969 rondde hij zijn studie af en vervolgens werkte hij van 1970 tot 16 augustus 1972 als ambtenaar juridische en kabinetszaken bij de gemeente Vlaardingen. Zijn voornemen om burgemeester te worden werd al snel werkelijkheid. Op 28-jarige leeftijd werd hij burgemeester van Dalen, waarmee hij toen de jongste ‘burgervader’ van Nederland was. Zijn burgemeesterscarrière leidde hem achtereenvolgens via Doorn, Delfzijl, Beerta en Utrecht naar Rotterdam; met recht ‘burgemeester van beroep’.
In zijn bestuursperiode wint Leefbaar Rotterdam de gemeenteraadsverkiezingen (2002) en komt met 17 zetels in de raad met als fractievoorzitter Pim Fortuyn. Zo’n drie maanden later is de wereld getuige van een politieke moord als Fortuyn wordt neergeschoten. Een periode van collectief verdriet, woede en onrust breekt aan in Rotterdam, waarbij Opstelten zijn verbindend vermogen laat zien. Het gemeentebestuur richt zich in deze bestuursperiode op het vergroten van de veiligheid in de stad en voert de Rotterdamwet in. De marketing van de stad wordt actief ingezet om inwoners met hogere inkomens aan te trekken. Na zijn afscheid krijgt Opstelten in 2009 de Rotterdam Promotieprijs vanwege zijn (en zijn ondersteunende team) verdiensten voor de stad.