Begin augustus 1945 gooit de Amerikaanse luchtmacht atoombommen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. Kort daarna, op 15 augustus, geeft Japan zich over. Ook in Azië is de Tweede Wereldoorlog dan officieel ten einde. Voor Nederlands-Indië echter is dat het begin van een nieuwe periode vol chaos en geweld, die het vertrek van duizenden inwoners inluidt.

In Rotterdam wordt de Japanse capitulatie vooral door de Chinese gemeenschap op Katendrecht uitbundig gevierd. Precies een maand na de capitulatie trekken ze vanaf Zuid in optocht naar de Coolsingel, waar ze voor de deur van het stadhuis een drakendans opvoeren. Daarbij worden vanaf het balkon gadegeslagen door burgemeester Pieter Oud en op straat door honderden nieuwsgierige Rotterdammers. ’s Avonds is er in een loods van Holland-Amerika Lijn een door de burgemeester geopende feestavond voor genodigden die helemaal in het teken staat van Chinese en Indische kunst. Ook de volgende dag zijn er nog allerlei activiteiten op Katendrecht.

Machtsvacuüm in Nederlands-Indië

Achteraf gezien is al die feestvreugde een beetje voorbarig. In Azië is de ellende namelijk nog lang niet voorbij. Zeker niet in Nederlands-Indië. Een paar dagen na de Japanse capitulatie hebben Soekarno en Mohammed Hatta de republiek Indonesië uitgeroepen. Nederland erkent de onafhankelijkheid niet, maar kan er weinig tegen uitrichten. De archipel valt onder commando van het Britse leger en de eerste troepen zullen pas eind september op Java landen. Indonesische strijdgroepen proberen ondertussen – soms met grof geweld – de macht naar zich toe te trekken. Mikpunt van de radicale nationalisten zijn de Europeanen, maar ook de Indische Nederlanders, Molukkers en niet te vergeten de Chinezen. [Tekst loopt door onder de afbeeldingen]

 

Eerste evacués naar Rotterdam

Half augustus 1945 geloven de Nederlandse autoriteiten nog in een snel herstel van de vooroorlogse verhoudingen in Nederlands-Indië. Maar als de berichten over de situatie in de kolonie binnendruppelen, verandert dat snel. Ze beginnen plannen te maken voor een militaire operatie om het Nederlandse gezag in Indië te herstellen. De ministeries van Overzeese Gebieden, Oorlog en Scheepvaart roepen de hulp in van de Rotterdamsche Lloyd en de in Amsterdam gevestigde Stoomvaart-Maatschappij Nederland. Deze bedrijven moeten troepen naar Indië verschepen en evacués mee terugnemen. Dat is alleen makkelijker gezegd dan gedaan. De vloot van deze en andere Nederlandse scheepvaartmaatschappijen staat nog onder bevel van de Britten en de Amerikanen. En die hebben andere prioriteiten, zoals het weghalen van hun eigen soldaten uit de Japanse krijgsgevangenkampen.

Medio december 1945 komen de eerste twee schepen met evacués uit Indië aan in de Rotterdamse St Jobshaven. Aan boord 86 mensen, vooral marinepersoneel, die in Indië geïnterneerd zijn geweest. Het duurt echter tot begin 1946 voordat het scheepvaartverkeer tussen Nederland en de kolonie in Zuidoost-Azië echt op gang komt.