Op 1 januari 2022 wordt een groot aantal archieven openbaar en zijn dus in te zien voor iedereen. Van de archieven met een openbaarheidsbeperking van 75 jaar komen nu de stukken uit 1946 vrij. Daaronder zijn veel documenten waarin de naweeën van de oorlog nog merkbaar zijn, bijvoorbeeld als het gaat om de bestraffing van mensen die de bezetter hadden geholpen.
Op grond van het Zuiveringsbesluit uit 1944 werden na de bevrijding, voor alle categorieën overheidspersoneel, commissies in het leven geroepen die onderzoek gingen doen naar mensen die mogelijk met de vijand hadden geheuld. Als de beschuldigingen gegrond bleken konden niet-strafrechtelijke maatregelen worden opgelegd zoals een beroepsverbod.
Tussen 1946 en 1950 zijn 60.000 Nederlanders onderzocht, waarna zo’n 20.000 van hen werden bestraft. In Rotterdam werd op 4 juni 1945 door het Militair Gezag een Algemeene Zuiveringscommissie ingesteld. Het archief van die commissie blijft nog gesloten (waarschijnlijk tot 2045/2046). Bij de afzonderlijke gemeentelijke diensten en bedrijven zijn wel stukken te vinden die laten zien hoe daar met ‘foute’ ambtenaren werd omgegaan.