De razzia van Rotterdam en Schiedam op 10 en 11 november 1944 is de grootste razzia die de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gehouden. Bij deze razzia zijn ongeveer 52.000 van de 70.000 mannen van 17 tot en met 40 jaar oud uit Rotterdam en Schiedam weggevoerd. De weerbare mannen moesten zo tegen het einde van de oorlog weggevoerd worden omdat zij verzet zouden kunnen plegen. Onder het mom van 'arbeitseinsatz' (arbeidsinzet) moesten alle mannen zich melden om daarna in Duitsland of elders te werken. Deze pagina geeft meer informatie over de razzia, de reis en de arbeidsomstandigheden. Kijk vooral op de verschillende tabbladen.

Inleiding

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn 8 à 10 miljoen gewone burgers in Duitsland tewerkgesteld. Het ging daarbij zowel om mannen als om vrouwen. Zij werden voornamelijk ingezet bij grote bedrijven in de oorlogsindustrie. Ruim een half miljoen Nederlanders werden weggevoerd naar Duitsland, waaronder bijna 100.000 Rotterdammers.

Tewerkstelling kende vier fases;

  • Begin oorlog - maart 1942: nog geen dwang voor werkenden (propagandacampagne ‘Ook zoo tevreden? Hij werkt in Duitschland’), wel voor de werklozen.
  • Maart 1942 – mei 1943: uitkammen van bedrijven voor geschikte arbeidskrachten.
  • Mei 1943 – juni 1944: oproepen van hele jaarklassen van arbeidskrachten.
  • Juni 1944 – einde oorlog: In het laatste oorlogsjaar deed de bezetter er alles aan om mannelijke arbeidskrachten in Duitsland te werk te stellen. Eén van de middelen was het houden van razzia’s.

Een razzia is een door de overheid opgezette grootschalige jacht op een groep mensen. De inwoners van een bepaald gebied worden hierbij in korte tijd overrompeld. Tijdens de tweede wereldoorlog waren er twee soorten razzia’s: vervolgingsrazzia’s en arbeidersrazzia’s. Bij vervolgingsrazzia’s werden in bezet gebied Joden, Sinti, Roma en politieke tegenstanders opgepakt en naar kampen afgevoerd. Op deze pagina hebben we het over arbeidersrazzia’s.

Andere razzia's

In 1944 kwamen de arbeidersrazzia’s om burgers op te pakken en naar de kampen te brengen.
Een aantal andere voorbeelden van arbeidsrazzia’s zijn:  

  • Razzia’s van Apeldoorn, 11.000 mannen.
  • Kerkrazzia’s in Noord-Limburg in september en oktober, 3000 mannen.
  • Razzia van Den Haag op 21 november, 15.000 mannen.

De Razzia van Rotterdam en Schiedam, de grootste van Nederland

Na twee weken van voorbereidingen in het diepste geheim zetten 8000 Duitse soldaten in de nacht van 9 op 10 november 1944 in Rotterdam pleinen, bruggen, wegen af. Ook het openbaar vervoer en het telefoonverkeer werd stilgelegd. In Schiedam gebeurde hetzelfde. Om 04.00 uur was dit voltooid. Dit was het begin van Aktion Rosenstock, de codenaam voor de razzia van Rotterdam.

Na het afzetten van de doorgaande wegen begonnen de Duitsers om 06.00 uur met het blokkeren van straten. Alle woningen kregen een pamflet met het onderstaande bevel door de brievenbus. Daarna werd er op deuren gebonkt en werden woningen doorzocht op mannen in de leeftijd van 17 tot en met 40 jaar oud. Dit ging gepaard met veel machtsvertoon en intimidatie.
Op 10 november deden ze dat in Schiedam, Rotterdam-Zuid en in de buitenwijken ten noorden van de Maas. Een dag later werd de klopjacht in het Rotterdamse centrum voortgezet.

Onderduiken

Uit angst voor represailles door de Duitsers en verraad van de buren gingen de meeste mannen toch mee. Daarnaast waren er ook praktische bezwaren: arbeidersgezinnen woonden vaak met grote gezinnen in kleine huizen, er was gewoon geen mogelijkheid om succesvol onder te duiken.

Citaat Jan Sneep:
‘Er was grote onzekerheid of vader zich wel zou moeten melden, maar de sociale controle in de buurt was zodanig dat je bang moest zijn verraden te worden als je thuis bleef. Sommige buurvrouwen liepen al rond met de vraag of anderen het voorbeeld van hun mannen om zich te melden al hadden gevolgd, omdat het gevaarlijk zou zijn als men weigerde.’

Zo’n  20.000 Rotterdamse mannen uit de gezochte leeftijdscategorie bleven uit handen van de Duitsers. De meeste van hen hadden de gelegenheid gehad om (tijdelijk) onder te duiken of waren over het hoofd gezien door de Duitsers.

Meegenomen uit voorzorg

Vaak wordt gedacht dat de grote razzia van november 1944 bedoeld was om dwangarbeiders voor de Duitse oorlogsindustrie te werven. In werkelijkheid wilde de bezetter door middel van de razzia alle weerbare mannen uit West-Nederland verwijderen. Daarmee hoopte de bezetter te voorkomen dat men de Duitsers gingen tegenwerken tijdens het oprukken van de geallieerden.

De keuze voor Rotterdam

In het oorspronkelijke plan van de Duitsers staat dat 600.000 weerbare mannen uit West-Nederland afgevoerd moesten worden. De Duitsers zouden tegelijkertijd in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht grootschalige razzia’s houden, maar daar hadden ze niet genoeg manschappen voor. Daarom werd in de laatste week van oktober 1944 besloten om de razzia’s na elkaar te houden, eerst Rotterdam, daarna Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Rotterdam was als eerste aan de beurt omdat daar de veel weerbare mannen dicht bij elkaar woonden en daarnaast lag Rotterdam op slechts enkele tientallen kilometers van het front langs de grote rivieren.