93 jaar geleden, op 26 mei 1928, opent Prins Hendrik in Rotterdam op feestelijk wijze de Nederlandsche Nijverheidstentoonstelling (Nenijto). Het evenement dat de hele zomer zal duren vindt plaats in de dan nog geheel onbebouwde Blijdorpse polder. Tussen het spoor en de huidige Bentincklaan, waar nu verschillende scholen en een sportcomplex gevestigd zijn, worden gedurende vier maanden de nieuwste snufjes op het gebied van techniek en nijverheid aan een breed publiek getoond. Eén van de hoogtepunten vormt de demonstratie van ‘de televisor’, een televisie-experiment door de Schotse ingenieur John Baird. Nenijto trekt in het totaal anderhalf miljoen bezoekers. Deze hoge opkomt is niet in de laatste plaats te danken aan de volop aanwezig horeca, muziekuitvoeringen, variété en een enorme kermis met een grote verscheidenheid aan (menselijke) attracties.
Links: de hoofdingang van de tentoonstelling aan de Stationssingel. Rechts: de voorzijde van de brochure over Nenijto, 1928.
Een mooie aanleiding
De plannen voor een grote nijverheidstentoonstelling in Rotterdam zijn afkomstig van een aantal Rotterdamse ondernemers. Zij slaan begin 1926 de handen ineen voor de organisatie van het evenement. In de zomer van 1928 zullen in Amsterdam de negende Olympische Spelen gehouden worden. De ondernemers hopen een economisch graantje mee te kunnen pikken van de internationale belangstelling voor Nederland. De belangrijkste financier en aanjager van de Nenijto is de directeur van de Steenkolen Handelsvereeniging, D.G. van Beuningen. Hij wordt vergezeld door een comité van ruim dertig andere personen uit de Rotterdamse haven- en bankwereld met bekende namen zoals Mees, Ruys, Dutilh en Goossens. Erevoorzitter van deze raad is burgemeester J. Wytema.
Van meet af aan is duidelijk dat Rotterdam niet beschikt over een tentoonstellingsruimte van de gewenste omvang. Daarom wordt besloten voor deze gelegenheid een nieuw complex te laten bouwen. De initiatiefnemers stellen zich persoonlijk garant voor de financiële risico’s. Uiteindelijk wordt gekozen voor de polder Blijdorp die goed bereikbaar is vanuit het centrum en de stations Delftse Poort en Hofplein. De gemeente Rotterdam stelt dit terrein gratis ter beschikking en draagt zorg voor het gereedmaken van de grond en de aanleg van de toegangswegen. Voor de dagelijkse leiding van de manifestatie wordt de ervaren Haagse organisator Van Gheel Gildemeester aangetrokken. Samen met architect C.B. van der Tak geeft hij Nenijto haar definitieve vorm. (Tekst gaat door onder de afbeeldingen.)
Links: Plattegrond van het terrein. Aan de rechterzijde de hoofdingang met daarachter het tentoonstellingsgedeelte dat symmetrisch van opzet is en aan de linkerzijde langs het spoor het Lunapark. Afbeelding rechtsboven: Zicht vanaf het Café-restaurant Caland op de hoofdingang aan de overzijde de middenallee van het terrein met aan weerszijden de grote tentoonstellingshallen. Afbeelding rechtsonder: een luchtopname van Nenijto in aanbouw.
Enige obstakels vooraf
Alvorens begonnen kan worden met de bouw moet de polder in Blijdorp in gereedheid gebracht worden. Een half jaar lang rijden ‘s morgens en ‘s avonds karren het terrein op om uiteindelijk 100.000 m3 rivierzand aan te voeren. Daarnaast zijn 15 km draineerbuis en 3000 heipalen nodig ter ondersteuning van de grote tentoonstellingshallen.
Ten tijde van de bouw blijkt niet iederéén enthousiast over de komende manifestatie. In de Rotterdamse raad komen de bezwaren van twee kanten. De SDAP-fractie in de persoon van raadslid Suze Groeneweg is bezorgd over de verleende drankvergunningen en het gevaar van overmatig alcoholgebruik in het verkeer. Aan de andere kant van het politieke spectrum maken SGP raadsleden zonder veel succes bezwaar tegen de zondagsopening van Nenijto. Ook hebben zij ernstige bedenking over de aanwezige kermisattracties die niet bevorderlijk zullen zijn voor het ‘zedelijke welzijn der bevolking’.
Grote opkomst
Qua bezoekersaantallen wordt de Nenijto een ongekend succes. De warme zomer van 1928 zorgt voor grote drukte op de terrassen die door de avondopening van het Lunapark tot in de late uren gevuld blijven. Een kaartje voor de tentoonstelling kost 60 cent maar door een verlaging van de avondprijs naar 30 cent is het evenement toegankelijk voor meer lagen van de bevolking. Rotterdammers zien het Lunapark en het bijbehorende ‘Beiersche Bierhuis’ als een verbreding van het bestaande aanbod aan uitgaansgelegenheden. Er zijn ook veel bezoekers uit andere delen van het land en internationale gasten. Uiteindelijk wordt de Nenijto met twee weken verlengd en lopen de bezoekersaantallen op naar anderhalf miljoen.
Café-restaurant Caland met terras. Fotograaf: F.H. van Dijk