Artikel van Rob Noordhoek, Museum Rotterdam
Rotterdam-Zuid bruist! Met nieuwbouwprojecten, meer groen, beter onderwijs, meer kans op een baan en andere inspanningen van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ), is Zuid in trek. Maar Zuid heeft ook een ingewikkeld verleden. Het verhaal gaat dat Zuid niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk de onderkant van Rotterdam is. Dat alles wat op Noord ongewenst was, op Zuid terecht kwam. Zoals mensen met besmettelijke ziekten en ongezonde industrie. Klopt dat?
Eiland Feijenoord
Toen ‘Noord’ al een stad was, was Zuid nog een onontgonnen gebied met moerassen en modder. Heel lang is Zuid voor de Rotterdammers simpelweg de overkant van de rivier. Toch maakt dat het juist belangrijk. Als je de rivierstroom kan sturen, kun je voorkomen dat de havens verzanden. Daarom koopt de stad aan einde van de 16e eeuw een groot deel van het eiland Feijenoord. Galgen en een pesthuis Feijenoord blijft lang een landelijk gebied. De 18e-eeuwse dichter Kornelis Elzevier bejubelt het zelfs als een ‘lustoord vol weelderig geurende bloemen, waar nimfen en bosgoden dartelen.’ Waarschijnlijk maakt hij flink gebruik van de dichterlijke vrijheid, want in de tussentijd zijn er op het eiland een galg, een traankokerij en een pesthuis neergezet. Dat zal niet lekker hebben geroken. Rotterdam had namelijk de gewoonte om zaken die het liever niet in de stad had een plek op het eiland Feijenoord
te geven. Daar had niemand er last van, maar kon de stad wel profiteren. Als bijvoorbeeld halverwege de 19e eeuw olie een winstgevend, maar gevaarlijk brandbaar goedje blijkt, wordt de opslag ook naar de overkant verhuisd.
Het archief van het pest- en dolhuis
Artikelen in jaarboekjes:
Artikel over pestepidemieën
Artikel over het eiland Feijenoord (vanaf pagina 31 over het Pesthuis)